AI-begrippen uitgelegd

De wondere wereld van Artificial Intelligence, maar dan simpel uitgelegd.

En natuurlijk heb ik aan ChatGPT gevraagd het uit te leggen met de opdracht dat een jongvolwassene het moet begrijpen.

ai kinderopvang

AI-begrippen

Artificial Intelligence (AI) / Kunstmatige Intelligentie:

AI is als een geavanceerd computerprogramma dat taken kan uitvoeren die normaal menselijk denken vereisen, zoals beslissingen nemen of problemen oplossen. Het is alsof je een slimme assistent hebt die continu leert en zich aanpast.

Machine Learning:

Dit is een deel van AI waarbij computers leren uit ervaring. Stel je voor dat een computer leert van zijn fouten en successen, en zo steeds beter wordt in wat het doet zonder dat het steeds opnieuw geprogrammeerd hoeft te worden.

Deep Learning:

Een geavanceerde vorm van machine learning, diep leren gebruikt grote netwerken die lijken op onze hersenen om complexe patronen te herkennen in grote hoeveelheden data. Dit wordt vaak gebruikt voor zaken als beeld- en spraakherkenning.

Chatbots:

Dit zijn computerprogramma’s waarmee je kunt chatten. Ze worden vaak gebruikt voor klantenservice of om vragen te beantwoorden.

Internet of Things (IoT):

Dit verwijst naar het idee dat alledaagse objecten – van je koelkast tot je horloge – verbonden zijn met het internet en data kunnen uitwisselen, waardoor ze ‘slimmer’ worden en ons leven gemakkelijker maken.

Big Data:

Grote hoeveelheden data die door bedrijven en organisaties worden verzameld en geanalyseerd om patronen en trends te ontdekken. Dit kan alles omvatten, van gebruikersgedrag op internet tot weerpatronen.

Web 3.0:

Een nieuwe fase van het internet, vaak gekenmerkt door decentralisatie (minder controle door enkele grote bedrijven) en meer gebruikerscontrole en -bezit over data, vaak met behulp van blockchain-technologie.

Natural Language Processing (NLP):

Dit is hoe computers menselijke taal verwerken en begrijpen, zodat ze kunnen reageren op gesproken of geschreven instructies en zelfs natuurlijke gesprekken kunnen voeren.

Algoritme:

Dit is als een recept voor een computer. Het vertelt de computer stap voor stap wat het moet doen om een taak uit te voeren of een probleem op te lossen.

Robotica:

De studie van robots. In AI gaat het vaak om robots die kunnen leren en zich aanpassen aan hun omgeving.

Neurale Netwerken:

Dit zijn systemen geïnspireerd door de werking van het menselijk brein. Ze bestaan uit lagen van knooppunten (neuronen) die samenwerken om complexe problemen op te lossen, zoals het herkennen van gezichten op foto’s.

Computer Vision:

Dit is een deelgebied van AI dat computers in staat stelt om beelden en video’s te ‘zien’ en te interpreteren, vergelijkbaar met hoe mensen visuele informatie verwerken. Denk aan zelfrijdende auto’s die verkeersborden en voetgangers herkennen.

AI in het Dagelijks Leven:

AI is alomtegenwoordig in ons dagelijks leven, van slimme assistenten zoals Siri en Alexa tot aanbevelingssystemen op Netflix en Spotify die suggesties doen op basis van je kijk- en luistergedrag.

Ethiek in AI:

Dit is een belangrijk aspect van AI-ontwikkeling dat zich bezighoudt met de vraag hoe we AI op een verantwoorde manier kunnen gebruiken. Het gaat om privacy, bias (vooringenomenheid) in AI-systemen, en de impact van AI op werkgelegenheid en samenleving.

Bedankt ChatGPT voor deze duidelijke uitleg:)